NL | FR | LU
Peoplesphere

Langdurig ziekteverzuim heeft andere kenmerken dan kortdurig ziekteverzuim

De kans dat een werknemer effectief terugkeert naar zijn werk na een langdurige ziekte, vermindert naargelang de duur van de afwezigheid toeneemt. Omdat mensen die langer dan drie maanden afwezig zijn op het werk minder dan 50% kans hebben terug te keren naar hun werk, besloten Acerta en IDEWE om samen een onderzoek te doen naar de kenmerken van het chronisch ziekteverzuim. Zo wordt voor het eerst niet alleen een zicht gecreëerd op de duur van ziekteperiodes, maar vooral op de kenmerken van de werknemer en van de job die een cruciale rol spelen in langdurig ziekteverzuim.

Op basis van de resultaten van dit onderzoek kunnen werkgevers gerichte acties nemen om de re-integratie van langdurig zieken vlotter te laten verlopen en aan te moedigen. Ook Kris Peeters, minister van Werk licht naar aanleiding van de bekendmaking van dit onderzoek zijn aanpak voor re-integratie kort toe.

De grote meerderheid van zieke werknemers hervatten spontaan het werk binnen de maand: 98% van het totaal aantal gerapporteerde afwezigheden bij Acerta ten gevolge van ziekte duren minder dan een maand, bij IDEWE is dit 74%. Dit laatste percentage ligt een stuk lager omwille van de zelfgerapporteerde verzuimepisodes, waarbij veel medewerkers kort verzuim in het voorbije jaar vergeten zijn. Het onderzoek van Acerta en IDEWE focust zich op werknemers die tussen 1 maand en 12 maanden afwezig zijn door ziekte.

Uit cijfers van Acerta blijkt dat de helft van de verzuimepisodes tussen 1 en 12 maand, 1 tot 2 maanden duurt. 30% leidt tot een periode van 2 tot 3 maanden niet kunnen werken, en één vijfde zorgt voor een langdurige periode van 3 maanden tot 1 jaar arbeidsongeschiktheid. De cijfers van IDEWE zijn hier respectievelijk 41% tussen 1 en 2 maanden, 20% tussen 2 en 3 maanden en 39% van 3 maanden tot 1 jaar. In dit laatste geval spreken we over chronisch ziekteverzuim of langdurige ziekte. Deze groep werknemers heeft bijkomende ondersteuning nodig om te kunnen re-integreren in het werkveld.

Dienstensector, transport en horeca meest getroffen

Het percentage episodes in de chronische fase bij de vrouwen ligt zowel bij Acerta als bij IDEWE lichtjes hoger dan de groep mannen. Het verschil bedraagt zo’n 2%. Uit de gegevens van Acerta blijkt dat van de episodes bij de vrouwen tussen 1 en 12 maanden, 22% langdurig (meer dan 3 maanden) is, terwijl dat 20% voor de mannen bedraagt. Voor IDEWE is dit respectievelijk 40% bij de vrouwen ten opzichte van 38% bij de mannen.

De kans op chronisch ziekteverzuim neemt bovendien toe met de leeftijd. Uit de cijfers van Acerta blijkt dat 23% van de verzuimepisodes bij de 55-plussers langer duurt dan 3 maanden. In de groep van 45- tot 54-jarigen is dit 22 %, net zoals in de leeftijdscategorie van 35 tot 44 jaar. Bij de jongere werknemers is dit opvallend minder: 17% van de episodes in de groep tussen 25 en 34 jaar is chronisch, terwijl dit bij de werknemers jonger dan 25 slechts 13% is. Een gelijkaardige trend is te vinden in de IDEWE-data, alleen liggen de percentages hier nog hoger: 30% van de chronische verzuimepisodes zijn te situeren in de groep jonger dan 25 jaar, 35% bij de 25-34 jarigen, 38% bij de 35- tot 45-jarigen, 41% bij de 45- tot 54-jarigen en 42% bij de 55-plussers.

Als het aantal geregistreerde ziekteverzuimperiodes vergeleken wordt naar sector, blijkt zowel uit de gegevens van Acerta als die van IDEWE dat de dienstensector bovenaan het lijstje van sectoren met het meeste langdurig verzuimepisodes prijkt. Uit de cijfers van IDEWE komt naar voren dat in de dienstensector 43% van de episodes chronisch is. Voor de horeca is dat eveneens 43%, en voor de transportsector 42%. In de transportsector zijn veel oudere werknemers aan de slag, wat dit hoge percentage voor een deel verklaart. Bij Acerta is dit voor dezelfde sectoren respectievelijk 24% (diensten), 23% (horeca) en 23% (transport).

Vooral kanker en mentale aandoeningen reden van chronisch verzuim

Als Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk beschikt IDEWE over de gegevens van de redenen van afwezigheden van werknemers. Als er gekeken wordt welke aandoeningen aanleiding geven tot korte afwezigheid, gaan 9 op 10 werknemers met infectieziektes en aandoeningen van de luchtwegen terug aan de slag binnen de maand.

Opvallend is dat het grootste percentage van langdurig verzuim voorkomt bij kankers, tumoren en mentale stoornissen. 69% van de verzuimepisodes omwille van kanker of tumoren duurt langer dan drie maanden, voor mentale aandoeningen is dit 53%. Op de derde plaats volgen aandoeningen van het circulatoir stelsel, met name hart- en vaataandoeningen (42%).

Angst en onzekerheid belemmeren terugkeer

Lode Godderis, professor aan de KULeuven, en onderzoeker bij Groep IDEWE, verklaart waarom zo weinig langdurig zieken terugkeren: “Werknemers die langer dan drie maanden afwezig zijn op het werk door ziekte ondervinden vaak moeilijkheden bij de terugkeer naar het werk. Niet alleen door de aandoening, maar ook door een toenemende onzekerheid en angst voor de terugkeer. De kans om opnieuw aan de slag te gaan neemt af met de duur van de ongeschiktheid. 80% van de werknemers die langer dan zes weken afwezig zijn, vragen ook een ondersteuning bij de terugkeer naar werk. Het is dan ook van groot belang dat deze mensen voldoende bijstand krijgen om hun werk te kunnen hervatten. Deze ondersteuning kan best tussen maand één en maand drie van afwezigheid opgestart worden, om snel te beantwoorden aan de ondersteuningsbehoefte en de evolutie naar de chronische fase te vermijden.

Volgens IDEWE is de ondersteuning het meest nodig voor mentale stoornissen en locomotorische aandoeningen. Voor deze mensen is het risico het grootst om te evolueren naar langdurige afwezigheid.

Leidinggevende en collega’s essentieel in re-integratie

De werkgever speelt een cruciale rol in de ondersteuning van werknemers die afwezig zijn door ziekte. “Het is essentieel om op regelmatige basis contact te houden met de werknemer in kwestie, zodat je als werkgever zijn of haar behoeften en bekommernissen zo goed mogelijk kan capteren”, merkt Chris Wuytens op, Managing Director van Acerta Consult. “Maar dan moeten uiteraard zowel werkgever als werknemer hiervoor open staan. Een succesvolle re-integratie komt van beide kanten.”

Wuytens benadrukt bovendien het belang van de collega’s: “In geen geval mag het werk opgespaard worden tot wanneer de langdurig zieke werknemer terugkeert. Denk hierbij aan kinderen die enkele dagen afwezig zijn op school; als medeleerlingen notities kunnen bijhouden voor een klasgenoot die ziek is, dan moeten werknemers ook mee zorg kunnen dragen voor hun afwezige collega’s.

Individuele aanpak: integratie moet starten tussen maand één en maand drie

Het lijkt logisch om zieke werknemers thuis te houden tot wanneer ze volledig genezen zijn. Hierdoor start in België de begeleiding bij de terugkeer naar het werk doorgaans te laat. Hoe langer je afwezig bent, hoe meer ondersteuning je bovendien nodig hebt. IDEWE pleit er dan ook voor om in de eerste maand van afwezigheid al actie te ondernemen om zieke werknemers te begeleiden. “De arbeidsgeneesheer gaat dan kijken wat de gezondheidstoestand en ondersteuningsbehoeften bij de werknemer zijn. Wat zijn de oorzaken en gevolgen van de aandoening? Kan werk helpen in het herstel en zijn er aanpassingen nodig?”, aldus Lode Godderis.

Chris Wuytens treedt hierin bij: “Een succesvolle re-integratie vereist dat werkgever en werknemer, met respect voor elkaars belangen en op maat van het individu, een geïndividualiseerde aanpak overeenkomen die de re-integratie ondersteunt en aanmoedigt. Elk teruggewonnen talent moet als het ware gezien worden als een nieuwe medewerker; door ziekte kunnen zijn of haar interesses gewijzigd zijn. Om een goede re-integratie te bewerkstelligen, moet de werkgever samen met de werknemer op zoek gaan naar zijn of haar talenten die ze na de re-integratie kunnen inzetten. Onder geen beding mag de werkgever de werknemer eenzijdig in zijn oude rollenpatroon duwen of zijn oude takenpakket terug opdringen.”

Re-integratietrajecten

Het ziekteverzuim weegt budgettair zwaar door in ons land. De Belgische ministers van Werk en Volksgezondheid werken momenteel aan een wetsontwerp dat de re-integratie van zieke werknemers moet bevorderen via de uitwerking van een re-integratietraject. Minister De Block liet onlangs ook optekenen dat ze een hervorming van de wetgeving bekijkt om burn-outs te laten erkennen als arbeidsgerelateerde ziekte, en waardoor veel meer nadruk zou komen op preventie- en re-integratie programma’s voor psychosociale aandoeningen.

Het doorlopen van een re-integratietraject moet zowel werkgevers als werknemers doen beseffen dat er echt wel mogelijkheden zijn voor re-integratie, en kan hen helpen om deze kans te grijpen”, zegt minister Kris Peeters. “In het re-integratietraject dat we hebben uitgewerkt, is bovendien een belangrijke rol weggelegd voor de arbeidsgeneesheer, die niet alleen als arts kan overleggen met de behandelend arts van de werknemer, maar die ook de werkgever en de arbeidsomstandigheden kent, en bovendien deel uitmaakt van een multidisciplinair team binnen de preventiedienst, zodat ook psychosociale aspecten en ergonomie kunnen worden bekeken.

 

This website is brought to you by Quasargaming.com's online Fruitautomaten games such as Speelautomaten and Gokautomaten.