NL | FR | LU
Peoplesphere

Wil de gemiddelde Belg werken tot zijn 65ste?

De kloof tussen de wettelijke pensioenleeftijd en de leeftijd tot wanneer de Belg kan en wil werken is de afgelopen 2 jaar alleen maar toegenomen. De Belg weet dat hij langer zal moeten werken, maar kan en wil dit nog steeds niet. Dit blijkt uit het tweejaarlijks onderzoek van HR-dienstverlener Securex bij 1.754 werknemers naar hun inzetbaarheid. De werkende Belg denkt te kunnen werken tot zijn 62e maar wil slechts werken tot hij 60 is.

De Belgische werknemer denkt dat hij zal moeten werken tot zijn 65e (64,9 jaar). Dit is een stijging met meer dan één jaar in vergelijking met 2013. Hoewel er dus sprake is van een grotere bewustwording, blijft de kloof tussen de gewenste en de wettelijke pensioenleeftijd (intussen opgetrokken, maar in 2 stappen, naar 67 jaar), nog steeds groot.

“Ik kan werken tot ik 62 ben”

Ruim 83% van de Belgische werknemers zegt tot zijn 62e te kunnen werken. Slechts 39% geeft aan te kunnen werken tot 65 jaar en amper 15% geeft aan te kunnen werken tot 67 jaar, wat binnenkort de wettelijke pensioenleeftijd is. De gemiddelde Belg voelt zich met andere woorden niet in staat om te werken tot aan de wettelijke pensioenleeftijd. Deze tendens is niet nieuw. Ook in 2013 dacht de werkende Belg maar tot zijn 62e te kunnen werken. Wel betekent dit dat de kloof met de wettelijke pensioenleeftijd is toegenomen.

Het onderzoek stelt: “Belgische werknemers weten dat ze langer zullen moeten werken, maar ze voelen zich daar vandaag nog niet toe in staat. De fysieke en vooral de mentale gezondheid van werknemers spelen hierbij een cruciale rol. Dit komt door een samenspel van factoren zoals jobonzekerheid, mobiliteitsproblematiek, werkintensiteit, technostress, enz. En dit alles in combinatie met een druk privéleven. Verder valt op dat vooral lager geschoolden het meest onder de toegenomen mentale belasting lijden en zich ook fysiek het minst in staat voelen om tot de pensioenleeftijd door te werken.

Belg wil nog steeds op pensioen op zijn 60e

Net zoals in 2013 wil de Belgische werknemer maar werken tot hij 60 is. De kloof tussen de wettelijke pensioenleeftijd enerzijds (binnenkort 67) en de leeftijd van het kunnen (62) en willen (60) werken anderzijds is de laatste twee jaar dus alleen maar groter geworden. “Belgische werknemers weten dat ze langer zullen moeten werken, maar ze hebben niet het gevoel dit te kunnen of te willen. De pensioenleeftijd verhogen is ongetwijfeld nodig, maar dit alleen zal er dus niet voor zorgen dat werknemers ook daadwerkelijk langer aan de slag zullen blijven. Om ‘met meer’ en ‘langer’ te werken, moeten werknemers dit ook zelf kunnen en willen. Ze hebben hiervoor ondersteuning nodig van het management én van de overheid . Het ‘willen’ langer werken vormt de grootste uitdaging. De overheid verlangt dat zoveel mogelijk mensen doorwerken tot 67 jaar, maar de Belg is daartoe slechts bereid tot zijn 60e. In 2013 stopte de Belg met werken op gemiddeld 59 jaar,” klinkt het.

Hoger opgeleiden voelen zich in staat langer te werken, maar willen dit niet

Twee jaar geleden, anno 2013, dachten zowel hoger als lager geschoolden te moeten werken tot hun 64e. Terwijl momenteel lager geschoolden er nog steeds hetzelfde over denken, gaan hoger geschoolden er al van uit tot 66 jaar te moeten werken (65,6). Dat is al bijna twee jaar langer dan in 2013 maar komt nog steeds niet overeen met de wettelijke pensioenleeftijd. Hoger opgeleiden geven eveneens aan langer te kunnen werken dan lager opgeleiden (respectievelijk tot 63 vs. 61 jaar). In 2013 dachten ze nog even lang te kunnen werken, namelijk tot 62 jaar. Lager opgeleiden denken dus minder lang te kunnen werken dan 2 jaar geleden. Deze evolutie heeft ongetwijfeld te maken met de werkomstandigheden, werkvoorwaarden en werkinhoud die nog altijd minder interessant blijven voor de lager opgeleiden.

Hoger opgeleide werknemers denken langer te moeten werken dan lager opgeleiden. Bovendien denken ze langer te kunnen werken dan lager opgeleiden. En toch willen ook zij niet langer werken. Dit in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, namelijk dat het vooral lager opgeleide werknemers zouden zijn die snel met pensioen willen. De uitdaging ligt dus ook bij de hoger opgeleiden, vooral bij het op peil houden van hun zin om te werken en hun engagement. Merk tot slot ook op dat het dan nog niet voldoende is, want niet alle werkgevers staan even positief tegenover deze oudere werknemers.” En verder: “Er is een groeiende nood aan inzetbare werknemers. Wetende dat het werknemersbestand veroudert, komt het er voor de bedrijven op aan om hun medewerkers fysiek en mentaal fit te houden en hun motivatie te stimuleren. In het bijzonder hebben we nood aan organisaties en leidinggevenden die werknemers inzetten op hun talent, de verbinding tussen medewerkers stimuleren en die werknemers uitdagen op hun leer- en veerkracht. Zo niet zullen zij te maken krijgen met apathie, met meer langdurig absenteïsme en dus met productiviteitsverlies.”

This website is brought to you by Quasargaming.com's online Fruitautomaten games such as Speelautomaten and Gokautomaten.